Doordat zoveel vrouwen in deeltijd werken, lopen zij het risico in armoede te
vervallen. Dat schrijft de Organisatie voor Economische Samenwerking en
Ontwikkeling (OESO) in een rapport over de verschillen tussen mannen en
vrouwen op de arbeidsmarkt.

De OESO schrijft dat de kansen op de arbeidsmarkt voor Nederlandse vrouwen
toenemen, als er een betere kinderopvang komt. Ook moeten mannen meer
onbetaald werk in en rond het huis gaan verrichten.

De OESO wijst erop dat de Nederlandse vrouwen zich in de huidige economische
crisis goed staande houden. Dat komt omdat zij vaak werken in sectoren die
minder conjunctureel gevoelig zijn, zoals het onderwijs.

De OESO wijst erop dat driekwart van de 25- tot 54-jarige Nederlandse vrouwen
met jonge kinderen in deeltijd werkt. Dat is veel meer dan in bijvoorbeeld
Frankrijk, waar slechts 26 procent van de vrouwen met jonge kinderen
parttimer is. Die keuze voor werken in deeltijd, samen met hun kortere
carrières en lagere inkomens, leidt ertoe dat vrouwen betrekkelijk lage
pensioenen hebben.

Het gemiddelde pensioen voor de Nederlandse vrouw is ongeveer de helft van wat
de Nederlandse man krijgt. In weinig lidstaten van de OESO is die kloof zo
groot.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl